APV ROERMOND ARTIKEL 5.34 AFDELING 8
Verbod afvalstoffen te verbranden buiten inrichtingen of anderszins vuur te stoken

  1. Het is verboden in de open lucht afvalstoffen te verbranden buiten inrichtingen in de zin van milieubeheer of anderszins vuur aan te leggen, te stoken of te hebben.
  2. Mits er geen sprake is van gevaar, overlast of hinder voor de omgeving is het verbod niet van toepassing op: a. verlichting d.m.v. kaarsen, fakkels e.d. b. sfeervuren zoals terrashaarden en vuurkorven indien geen afvalstoffen worden verbrand. c. vuur voor koken, bakken of braden.
  3. Het college kan van dit verbod ontheffing verlenen.
  4. Ontheffing kan worden geweigerd ter bescherming van flora/ fauna. Weigering in het belang van: – openbare orde, – openbare veiligheid, – volksgezondheid, – bescherming milieu

APV ROERMOND ARTIKEL 2.18
Rookverbod in bossen en op natuurterreinen

  1. Het is verboden te roken in bossen, op heidegronden of binnen een afstand van 30 meter daarvan gedurende de maanden april-september
  2. Het is verboden in bossen, op heidegronden of binnen een afstand van 100 meter daarvan brandende of smeulende voorwerpen te laten vallen, weg te werpen of te laten liggen.
    Het in het eerste lid gestelde verbod geldt voorts niet voor zover het roken plaats vindt in gebouwen en als tuin ingerichte aangrenzende erven.

NATUURBRANDGEVAAR

Ons volkstuinencomplex ligt in het Meinweg natuurgebied. Wij zijn dus verplicht om ervoor te zorgen dat wij allemaal de kans op een (natuur) brand zo klein mogelijk maken. Dit stukje handelt over natuurbranden. Natuurbranden zijn branden die ontstaan in bos, heide, veen, grasland, maar ook akkers. Natuurbranden kunnen plotseling heel hevig zijn en zijn uitermate gevaarlijk. Er zijn een aantal dingen van levensbelang wanneer je uitkomt bij een natuurbrand.

  • Wacht hulp niet af, vlucht zo snel mogelijk weg van de brand, het liefst naar een openbare weg.
  • Loop niet voor de brand uit, of in de richting waarin de brand zich verspreidt. Loop haaks op de brand, daarmee is de kans kleiner dat je door de brand wordt ingehaald.
  • Help anderen om op een veilige plek te komen.
  • Bel 112 en geef de locatie van de brand door.

 

Mocht een natuurbrand ons complex bereiken, geef dan het volgende door aan 112:

  • De aanwezigheid van de gastank en gasflessen in de tuinhuizen.
  • De aanwezigheid van de hoogspanningskabels.
  • Op welk deel van het complex de brand woedt.
  • In welke richting de brand zich beweegt.

Op de website www.natuurbrandgevaar.nl staat het huidige gevaar voor natuurbranden per regio voor Nederland. Dit is een gemiddelde dat per regio wordt berekend. Er zijn twee fasen van toepassing die het gevaar van een natuurbrand aangeven. Er is voor ons als burgers een klein verschil tussen fase 1 en fase 2. Het is een indexfase. Het kan zijn dat er plaatselijk verschillen zijn in waterhuishouding. Dit ligt aan de hoeveelheid regen die plaatselijk valt en de aard van de bodem. Houdt hier altijd rekening mee.

Voorheen waren er kleuren die de kans van een natuurbrand aan gaven. Groen, geel oranje en rood. Deze kleuren zijn overgegaan in twee fasen.

Fase 1: Groen en geel
Fase 2: Oranje en rood

Op ons complex blijven wij twee kleuren handhaven: Geel en rood. In de mast zal een geel of een rood vlaggetje hangen om de gevarenindicatie aan te geven. Het gele vlaggetje hangt er niet altijd. In een periode waarin het lang mooi weer is, hebben wij standaard een code geel.

Fase 1:
Groen en geel

  • Er hangt een geel vlaggetje in de mast
  • Wees alert op verdachte situaties
  • Melding van dergelijke situaties aan het bestuur/ terreineigenaar (gemeente) of hulpdiensten
  • Blusmiddelen bij de hand houden. (brandblusser, zand, water)
  • Denk eraan dat je niet altijd een goed bereik hebt met je mobiele telefoon
  • Niet per ongeluk een brand veroorzaken (onkruid weg branden of toch je vuurkorf aan maken etc.)
  • Sigaretten en glas in de vuilnisbak. Sigaret desnoods in water dompelen.
  • Kolen van de barbecue niet in de tuin gooien, kijk uit voor smeulende resten en deze af blussen.
  • Let op broei van snoeihout, composthoop etc.
  • Parkeer de auto niet in hoog en droog gras (hete katalysator)

Fase 2:
Zie fase 1 met de volgende extra maatregelen:

  • Géén open vuur (APV)
  • Géén vuurkorven, fakkels, wensballonnen etc.
  • Verboden te koken op open vuur of op vaste brandstoffen zoals houtskool en briketten.
  • Eventueel verleende ontheffingen op stoken gelden niet meer. (APV)